Achter kust schuilt fietsparadijs
Zon, zee, strand. Kroatië staat bekend bekend om zijn witte stranden en blauwe water. Maar het aan de Adriatische Zee gelegen land heeft zoveel meer te bieden dan een zonvakantie. Mijn tip; vergeet je fiets niet!
Kroatië is een van de landen die flink aan het investeren is in fietstoerisme. Het noordelijke schiereiland Istrië waar de stranden elke zomer door noordelingen worden bevolkt, heeft al jaren een dicht netwerk van fietsroutes die je langs de kust en door het heuvelachtige binnenland brengen. Maar ook toeristische bestemmingen als Lika met de Plitvice meren en Centraal Dalmatië met Split, Šibenik en eilanden als Brač en Hvar timmeren hard aan de weg met routes en voorzieningen voor de toerist op een tweewieler.
Waar fietsen?
De mooiste fietsroutes:
1. De grote 4 van Istrië (Istrië)
Vanuit Nederland en België ligt dit rondje het dichtste bij. Fiets je deze route vanaf de zee vanuit Porec of vanuit Savudrija dan is het ruim 100 kilometer, maar je kan dus ook dichterbij beginnen. Begin je in Grožnjan dan is het rondje ruim 40 kilometer. De route brengt je naar vier mooie klimmen in het binnenland. Onderweg verzamel je mooie uitzichten. De route is makkelijk te vinden. Je rijdt het rondje tegen de klok in, als eerste naar Vižinada, de locatie van de film Kelly’s heroes. Daarna naar Motovun, Oprtalj en Grožnjan.
2. Fietsen op Brač (Centraal Dalmatië)
Kroatië heeft ruim 700 eilanden en op veel kun je prima fietsen. Op enkele ook op asfaltwegen, zoals Brač. De Kadulja fietsroute over Brač is 55 kilometer lang met start en finish in Bol. Route: Bol-Gornj Humac-Osridke-Selca-Sumartin-Selca-Gornji Humac-Bol. Je begint met een lange klim en eindigt met een lange afdaling. In 55 kilometer overwin je 1400 hoogtemeters. Dat is echt pittig. Gelukkig zijn er elektrische fietsen te huur in Bol. En anders, er zijn nog meer routes op dit eiland.
3. Langs vijf bronnen (Centraal Dalmatië)
In het Dalmatische binnenland achter Split stromen rivier de Cetina en zijn vele zijtakken. Een fietsroute volgt het water en passeert vijf waterbronnen. Je komt ook langs de oude molen in Grab. Route: Sinj, Karakšica, Rumin, Obrovac Sinjski Otok, Ruda, Grab. Via Trilj, Košute en Brnaza fiets je weer naar het beginpunt. De officiële route gaat van Sinj naar Grab over 35 kilometer. Van Grab terug naar Sinj via Trilj is nog eens 30 kilometer.
4. Fietsen naar de oude vliegbasis (Lika)
Zeljava is een oude geheime militaire vliegbasis tussen de bossen. De verlaten basis is tussen 1948 en 1968 aangelegd, deels in de berg Pljesevica. Je kunt zelf vanaf je accommodatie nabij de Plitvice meren naar de basis fietsen. Maar er zijn ook georganiseerde fietstours waarbij je de beste plekjes ziet en niets mist in dit bijzondere gebied op de grens met Bosnië.
5. Parenzana (Istrië)
De Parenzana is een van de bekendste fietsroutes in Kroatië. De route begint al in Italië vanwaar het fietspad keurig geasfalteerd door Slovenië gaat. In Kroatië is het oude spoortraject onverhard gebleven. Parenzana gaat dwars door de mediterraanse natuur. Je rijdt over oude spoorbruggen en hoeft nergens steil te klimmen. De route is alleen geschikt voor mountainbikes.
Mijn favoriete fietservaring in Kroatië:
Wanneer de schaduw op z’n langst is
Het liefst op het einde van de middag. Na een dag op het strand. Wanneer de parasols dichtgeklapt worden, de strandlakens uitgeklopt en de kinderen verzameld, dan stap ik het liefst nog even op de fiets. Want wanneer de schaduwen groeien is de tijd aangebroken de loomheid van een dag op het strand weg te fietsen op het glimmende asfalt van Kroatisch Istrië.
Net als alle andere Sloveense wielrenners ken ik de wegen van Kroatisch Istrië van winderige winterdagen wanneer de Kroatische wegen opgezocht worden om de basis te vinden voor een nieuw wielerseizoen. In groepsverband worden stug trappend kilometers verzameld zonder oog voor de mooie uitzichten. Het enige gewenste zicht op die dagen is jouw wiel net voor het wiel van de rijder naast je. Voorsprong 3 centimeter en dat vasthouden tot je over enkele kilometer de kopbeurt weer afgeeft.
Die dagen zijn over. Istrië is nu het toneel van heerlijke zomerkilometers. Veel? Hoe minder, hoe beter. Nu gaan de ritten vooral om het uitzicht. De lange schaduwen. De zakkende zon die het asfalt doet glimmen. De gouden gloed over de heuvels. De horizon achter de blauwe zee die langzaam oranje kleurt. En de beleving van het lome mediterraanse leven, die behaaglijke deken van tijdloosheid, die het binnenland hier in sluimerstand houdt.
Istrië is een fietsparadijs. Zodra je het strand achter je laat, wachten je verlaten wegen die slingerend over heuvels leiden. Vrees de klimmetjes niet. Ze zijn niet te lang en niet te stijl en als ze al stijl zijn, dan maar heel kort. Bovendien, klimmen is hier de inspanning meer dan waard want op de top vind je die typische Istrische dorpjes waar niemand lijkt te wonen behalve die twee oude mannetjes die op een bankje onder een boom het leven bespreken en met hun wakend oog je de indruk geven dat er hier misschien toch heel veel gebeurt. Niet dus, maar dat uitzicht…
Terug naar de kust leidt de weg altijd naar beneden. Zwevend met de fiets met af en toe een draai op de trappers komt het voor donker thuis zijn nooit in gevaar. En het beetje zweet, dat op de heenweg is opgebouwd, is door de zilte zeelucht, die door de snelheid om het lichaam wappert, bij terugkomst helemaal opgedroogd. Nog voor het strand leeg is, is de finish bereikt. De rit was niet te lang, niet te kort. Nog net tijd voor een ijsje voor de zon onder het water is gedoken.